Aanleiding
De aanleiding voor het ontstaan van de risicokaart was de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000. De meeste omwonenden wisten niet dat er midden in hun woonwijk een grote vuurwerkopslag stond. De commissie Oosting die onderzoek deed naar de ramp, adviseerde het kabinet dat er een instrument moest komen dat burgers én professionals inzicht geeft in risicosituaties in de leefomgeving.
In dat kader is in artikel 45 van de Wet veiligheidsregio’s aan de provinciebesturen de taak gegeven een risicokaart te maken die voor iedereen toegankelijk is. Op deze kaart staan de plaatsgebonden en geografisch te onderscheiden risico’s in de provincie. Welke risico’s dat zijn, is gebaseerd op het regionaal risicoprofiel dat het bestuur van de veiligheidsregio vaststelt na overleg met de raden van de deelnemende gemeenten.
Doel voor burgers en professionals
Het doel van de Risicokaart is dat burgers beter de risico’s in hun woon- en leefomgeving kennen. Het tweede doel is dat de kaart professionals helpt bij het voorkomen en bestrijden van rampen en zware ongevallen. Instanties als bestuursorganen, overheidsdiensten en hulpverleningsdiensten gebruiken de gegevens bijvoorbeeld voor het ruimtelijke ordeningsbeleid, de vergunningverlening, het handhavingsbeleid en de voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Wat laat de Risicokaart zien?
De Risicokaart laat op straatniveau zien wat de kans is op een calamiteit, bijvoorbeeld een overstroming of ongeval met gevaarlijke stoffen. Deze informatie is statisch. Dit betekent dat de informatie niet wordt aangepast op het moment dat er een ramp plaatsvindt. Dus stel dat er een overstroming komt, dan laat de kaart niet de actuele waterstand zien. Op de Risicokaart staan ook locaties waar veel mensen aanwezig kunnen zijn, voor het geval er hulp verleend moet worden bij een incident. Denk aan ziekenhuizen, scholen, verpleeghuizen en kinderdagverblijven.
Wilt u advies krijgen wat u kunt doen als er iets gebeurt, ga dan naar crisis.nl